‘Dieren bieden mij het gezelschap dat ik nodig heb’

Stramproy – De liefde voor dieren is de drijvende kracht achter Monique van Summeren, die zichzelf graag ‘geitenboerin’ noemt. Samen met haar man Christian runt ze een geitenmelkerij, een opfokbedrijf voor geiten en een paardenstoeterij in Stramproy, waar ze zeven dagen per week hard aan werkt. Monique doet dit werk met plezier, omdat ze leeft voor de dieren.

Zittend aan de keukentafel in het huis waar ze is opgegroeid en nu woont met haar man Christian en dochter Mika, deelt Monique van Summeren haar levensverhaal. Tijdens haar studie aan de HAS in Den Bosch moest Monique een bedrijfsplan maken voor een agrarisch project. Doordat er vrienden van Christian in Moniques projectgroep zaten, raakten zij en Christian met elkaar bekend. “Hoewel Christians vrienden me beschreven als ‘speciaal’, wilde hij mij juist leren kennen”, vertelt Monique. “Hij bood aan om mij te helpen met mijn project, en zo begon ons verhaal.”

De twee wilden na hun studie graag een veebedrijf met koeien starten of overnemen bij Moniques ouderlijk huis, maar hiervoor hadden ze onvoldoende financiële middelen. Om geld te sparen werkte Christian eerst jarenlang bij een accountantskantoor en onderhield Monique twee banen. Met dit extra geld konden ze niet hun gewenste veebedrijf met koeien starten, maar uiteindelijk wel een geitenhouderij. In 2001 kochten ze samen één hectare grond vlakbij het ouderlijke huis van Monique in Stramproy. Daarop bouwden ze de geitenmelkerij, die inmiddels is uitgegroeid tot een bedrijf met vijf locaties, verspreid over Nederland en België.

100-urige werkweek

Bij de vijf vestigingen van de familie Van Summeren werken twintig tot dertig vaste (deeltijd)medewerkers, afkomstig uit vele verschillende landen. Er zijn ook een aantal jongeren met een afstand tot de arbeidsmarkt van Risse Groep in Weert die helpen met voor hen passende taken. Monique richt zich met name op de opfokgeiten en het paardenbedrijf. Het verzorgen en opvoeden van haar veertig dressuur- en springpaarden is Moniques – uit de hand gelopen – hobby. Haar dagelijkse routine start om 05.00 uur met het voeren van de paarden. “Paarden brengen mij tot rust”, vertelt ze. “Maar mijn allergrootste liefde en passie zijn de geiten: ik ben een echte geitenboerin.”

Dagelijks gaat ze naar de vestiging waar de opfokgeitjes gehuisvest zijn, ook in Stramproy, op circa 3 kilometer afstand van de thuislocatie. Het voeren en controleren van de dieren is een ochtendvullende taak. ’s Avonds is er wederom een controle- en voerronde bij de lammerenopfok. “We hebben wat hulp met het verzorgen van de opfokgeitjes, maar er gaan weinig dagen voorbij waarop ik de geitjes niet heb gezien”, vertelt Monique. Ik noem ze altijd mijn prinsesjes en zo willen ze ook graag behandeld worden. We leggen ze echt in de watten zodat ze zo gezond mogelijk kunnen groeien om later een goede melkgeit te worden.”

Naast de zorg voor de opfokgeiten wordt de resterende tijd gespendeerd aan administratieve taken. Tot Moniques verantwoordelijkheid behoren onder andere het aansturen van de medewerkers, het verzorgen van de urenregistratie, de planningen en de dieradministraties. Tussendoor en na de laatste avondronde wordt gewerkt met de paarden. Jaarlijks worden er zo’n zes veulentjes geboren die ook in eigen beheer worden opgefokt en beleerd. Hiervoor is ook een medewerkster in dienst; zij helpt met het verzorgen en beleren van de jonge paarden.

Met zo’n 30 medewerkers, 13.000 geiten en 40 paarden zijn de dagen goed gevuld.  “Zonder de verzorging van de paarden mee te rekenen, werk ik gemiddeld 80 tot 100 uur per week. Boerin zijn is hard werken, maar tegelijkertijd ook zeer bevredigend”, zegt Monique. Haar man ziet ze niet altijd evenveel, maar dat zijn volgens haar offers die je in het boerenleven moet brengen. De boerin beschrijft hun rollen thuis als goed verdeeld. “Christian is de ondernemer en denker, terwijl ik meer van de praktische uitvoering ben. Dit werkt voor ons prima. Al ben ik soms te menselijk en niet zakelijk genoeg. Ik wil het iedereen naar zijn zin maken, terwijl Christian juist wat meer een olifantenvel heeft. We vullen elkaar in elk geval goed aan.”

Adoptie

Het levensverhaal van dochter Mika (13) is bijzonder. Zij is geadopteerd uit Bulgarije. “We hebben er acht jaar over gedaan vanaf de dag van aanmelding, totdat we daadwerkelijk een kindje konden adopteren”, vertelt Monique. “Na aanmelding kregen we regelmatig het adoptiebureau en de kinderbescherming over de vloer om te checken of we geschikt waren om een kindje te adopteren. Dat was gelukkig het geval.” Het bureau adviseerde om een kindje onder de vier jaar te adopteren, omdat kinderen zich op deze leeftijd gemakkelijker aanpassen aan nieuwe situaties dan wanneer ze al wat ouder zijn. “Vervolgens kwam onze aanvraag op een stapel terecht, totdat er een match zou zijn.”

Acht jaar later kwam pas het verlossende telefoontje. Monique herinnert zich het moment nog precies. “Ik stond in een winkel in Maasbracht en het telefoontje kwam zó onverwacht. Mijn man en ik hebben op stel en sprong alles laten vallen, want binnen een week moesten we naar Bulgarije om kennis te gaan maken met Mika. Ze was destijds 1,5 jaar.” Pas na een half jaar, nadat alle papieren in orde waren, konden ze Mika ophalen in Bulgarije. Monique was dolblij, maar wist niet hoe snel ze weer terug in Stramproy moest zijn. Haar geiten waren immers aan het lammeren. “Het was de drukste tijd van het jaar voor ons en we moesten in het begin wennen hoe het boerenleven en een jong kindje te combineren. Want Mika moest constant met mij mee van hot naar her. Toen we ontdekten dat Mika het leuk vond om op een steekwagen mee te rijden, reed ik haar op deze manier met me mee de hele stal door. Een handige, praktische oplossing.”

In de loop der jaren is hun dochter uitgegroeid van een verlegen peuter tot een sociale, vriendelijke en knappe jonge vrouw. “Deze eigenschappen heeft ze niet van ons; wij zijn nogal teruggetrokken. Dat is het positieve van adoptie: kinderen erven niet je genen of eigenschappen. Dat gun ik meer mensen”, zegt Monique met een lach. Ze hoopt dat Mika in de toekomst haar biologische familie kan ontmoeten. “Kinderen zijn geen eigendom en een moeder verliest haar recht niet om een moeder te zijn. Het is mijn grote wens dat ze op een dag worden herenigd.”

Liefde voor dieren

In haar vrije tijd gaat Monique graag met haar gezin, lievelingspaard Claus en de koets naar hun vakantiehuisje aan zee. Het duurt echter zo’n vijf dagen voordat ze volledig ontspannen is. Als dat moment eenmaal is aangebroken, wil ze eigenlijk alweer terug naar huis, waar ze zich het meest op haar gemak voelt omringd door haar dieren. Naast geiten en paarden heeft ze ook een heleboel andere ‘kinderboerderijdieren’, zoals ze deze omschrijft. Hiervan is Duitse herder Kyra toch wel de favoriet. Waar Monique is, is ook Kyra. Als ze op kantoor zit te werken, springt Kyra elk kwartier een keer op de vensterbank om door het raam te kijken of ze er nog wel is. Monique: “Dieren zijn altijd eerlijk en blij dat ik er ben. Ik hou veel meer van dieren dan van mensen, omdat mensen niet altijd eerlijk zijn. Ze lachen in je gezicht en praten achter je rug om. Bij mij geldt: ‘what you see is what you get’, maar dat werkt niet voor iedereen. Daarom ben ik geen mensenmens, maar een dierenmens. Ik ben graag op mezelf en mijn dieren bieden mij altijd het gezelschap dat ik nodig heb.”

Dit artikel maakt deel uit van een reeks over de Boeren van Weert. Dit is een initiatief van lokale Weerter landbouwers en veetelers die graag willen laten zien wie zij zijn, wat ze doen en hoe ze maatschappelijke uitdagingen ombuigen in kansen.