Op 12 juli vorig jaar werd nabij de stadsbrug in Weert een man neergestoken. De man die dit heeft gedaan heeft hiervoor 6 jaar celstraf gekregen van de rechtbank. De rechter heeft strafverzwarende omstandigheden meegewogen in zijn oordeel.
Volgens de rechtbank is het bewezen dat de verdachte zich schuldig gemaakt aan een poging doodslag. Dit door met een mes in de nek van het slachtoffer te steken. Voor het steekincident was er tijdens het uitgaan een confrontatie geweest over gestolen geld.
Moedwillig in nek gestoken
De verdachte is die nacht moedwillig en in het bezit van een mes op zoek gegaan naar het slachtoffer. Toen het slachtoffer alleen op een onverlichte weg naar huis liep heeft de verdachte zijn kans gegrepen en het slachtoffer nabij de stadsbrug met een mes in zijn nek gestoken. De verdachte is daarna weggefietst en heeft het slachtoffer langs het kanaal aan zijn lot overgelaten.
Kennelijk heeft de verdachte alleen rekening gehouden met zijn eigen behoefte om zijn gevoelens van woede af te reageren en heeft hij zich niet bezig gehouden met de grote (psychische en lichamelijke) gevolgen en risico’s van zijn handelen voor het slachtoffer, aldus de rechtbank.
Nachtmerries
Uit een toelichting blijkt dat het slachtoffer als gevolg van de steekpartij begeleiding nodig heeft gehad bij de psychische verwerking ervan. Tot op heden ervaart het slachtoffer de gevolgen van het voorval, onder andere door herbelevingen en nachtmerries. Bovendien draagt een dergelijk incident sterk bij aan gevoelens van angst en onveiligheid in de samenleving en dan vooral in het uitgaansleven, zo stelt de rechtbank.
Strafverzwarend
De rechtbank acht de aanloop naar het delict – het gaat hier om uitgaansgeweld – en de omstandigheden waaronder het delict is gepleegd strafverzwarend.
De verdachte heeft het slachtoffer van achteren benaderd en hem geen enkele kans gegeven zich te kunnen verweren. Daarna heeft hij het slachtoffer achter gelaten en zich niet om zijn lot bekommerd. Zijn gedrag had tot de dood van het slachtoffer kunnen leiden en dat het niet zover is gekomen is enkel te danken aan omstandigheden die zich buiten de invloedsfeer van de verdachte bevinden.
Daarnaast rekent de rechtbank het de verdachte aan dat hij op geen enkel moment verantwoordelijkheid voor zijn gedrag heeft genomen. Zelfs ter terechtzitting heeft de verdachte geprobeerd zijn broer de schuld in de schoenen te schuiven en op die manier de rechtbank op het verkeerde been te zetten.
Uit het strafblad van de verdachte blijkt bovendien dat hij in het verleden meermalen met politie en justitie in aanraking is gekomen. Deze eerdere veroordelingen hebben de verdachte er kennelijk niet van weerhouden opnieuw een strafbaar feit te plegen. De rechtbank acht eveneens strafverzwarend dat de verdachte het feit heeft gepleegd tijdens een tweetal lopende proeftijden.
Veroordeling
Alles overwegende acht de rechtbank de oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 6 jaren, met aftrek van de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, passend en geboden. Tevens moet de veroordeelde ruim 3.000 euro schadevergoeding betalen.
Bekijk de volledig uitspraak via: https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBLIM:2021:3402