Column: Zaterdagochtendgeluk

6 min. leestijd
Archieffoto

Column – Een wijs man vertelde mij ooit: als je een stad écht wilt leren kennen, moet je een keer boodschappen doen op de markt. Ik moet hem gelijk geven. Ik vind het heerlijk om over de markt te banjeren — dé plek om al je zintuigen aan het werk te zetten.

Met mijn horeca-achtergrond heb ik geleerd dat je bij het inkopen van etenswaren moet kijken, ruiken, voelen en – als het even kan – proeven. Ons lichaam is slim genoeg om te waarschuwen: iets dat stinkt, verkleurd is of nog keihard is, moeten we niet hebben. Maar dan moet je wel je telefoon in je zak laten en luisteren naar wat je lichaam zegt.

Mijn ritueel begint altijd bij de kerk, met een kop koffie op het terras. Atilla ligt daarbij half slapend naast me — alert op iedere kruimel die de zwaartekracht durft te trotseren — terwijl ik op mijn gemak het schouwspel aanschouw. Mensen van allerlei pluimage passeren de revue. Er wordt gezwaaid, geknikt, soms een klein praatje gemaakt. De energie is anders dan in de supermarkt: vriendelijker, rustiger, meer Weert.

Na een tijdje leer je de marktlui een beetje kennen. Op de markt weten verkopers nog echt wat ze verkopen. Ik ben iemand die graag vragen stelt. Ik wil weten of de boontjes uit de regio komen of uit Senegal. Of de vis een beetje een fatsoenlijk leven heeft gehad. Voor sommigen klinkt dat overdreven, maar ik eet liever een stuk vlees van een dier dat in de wei met zijn vriendjes heeft gespeeld dan van een beest dat zijn hele leven in een depressieve schuur heeft gestaan.

Je hebt op de markt eigenlijk twee soorten verkopers: de handelaren die kleding, sokken en snuisterijen aanbieden, en de ambachtslieden — de mensen die zelf maken, bereiden, verwerken of nog écht vakkennis in huis hebben.

Mijn route begint meestal bij de kaas. Ik proef dan braaf alle blokjes op de snijplanken — en laat er af en toe eentje per ongeluk op de grond vallen, waar Atilla uiteraard uitstekend raad mee weet. Toch ga ik altijd naar huis met dezelfde romige, belegen kaas. Het mooie is: je ziet dat de kaasmensen er plezier in hebben. Snijden, lachen, inpakken — alles gaat in een rap tempo, maar nooit gehaast.

Daarna loop ik door naar de groentestal. Wat me opvalt, is dat daar vooral jonge dames staan die van aanpakken weten. Ze vullen aan, wegen af, rekenen af, leggen uit — en dat allemaal terwijl ze ’s ochtends al vroeg in Venlo bij de groenteveiling hebben gestaan. In weer en wind bouwen ze hun kraam op en aan het einde van de dag breken ze hem weer af. Toch heb ik ze zelden chagrijnig gezien.

Met mijn groenten en fruit in de tas ga ik verder naar de notenboer. De geur van warme amandelen, cashews en pistache kan ik onmogelijk weerstaan. Atilla snuift één keer diep, alsof hij ook precies weet waar de warme amandelen liggen. Tot mijn verbazing ontdekte ik laatst dat ze tegenwoordig niet meer worden geroosterd, maar gefrituurd. Praktischer, waarschijnlijk vetter — maar het weerhoudt me er niet van om een warm zakje mee te nemen.

Om mezelf te beschermen tegen alle andere verleidelijke geuren die me vanuit de kraampjes tegemoet waaien, snel ik door naar de visboer. Als we de hoek omlopen, begint Atilla al driftig te kwispelen. De viskar is Atilla’s favoriet. Met zijn neus in de lucht versnelt hij zijn pas. Hij weet dat er hier wat te halen valt. Voordat ik mijn wekelijkse portie kibbeling heb besteld, heeft Atilla alle andere aaseters in de buurt op het plein gewaarschuwd met licht gegrom gevolgd door een intimiderend blafje. Er volgt nog een korte stare down met een vrijpostige duif en uiteindelijk is het plein veilig verklaard.

Dan haal ik mijn wekelijkse portie kibbeling. Het is fascinerend om te zien hoe de visman de witvis door het beslag haalt, langzaam in het frituurvet laat zakken en daarna overschept naar een heter bakje voor die perfecte goudbruine kleur.

Met mijn bakje nog knisperende kibbeling in de hand zoek ik een rustig hoekje op de markt. Atilla gaat keurig zitten en wacht geduldig op het moment dat er — heel toevallig natuurlijk — een stukje kibbeling op de grond belandt.

En zo, tussen de mensen, de geuren en de geluiden, proef ik opnieuw waarom ik van deze stad houd.


Een bijdrage van Nordin

🔔 Heb je feedback of een nieuwstip? Vul het contactformulier in.

📰 Ontvang je de gratis nieuwsbrief al? Schrijf je gratis in.

📝 Word jij onze nieuwe razende reporter bij WdG?

Kleine updates die het grote plaatje laten zien
Deel dit bericht
Geen reacties
Intocht Sinterklaas op Laar Beschadigde boom Ringbaan-Zuid Hoornaarsnest op Vrouwenhof Maastrichtstraat een stukje kaler Militairen schieten met lichtfakkels Slagboom weer kapot gereden Vijver Graswinkel buiten de oevers Fiets onder auto