Turfhopen in Altweerterheide

(Foto’s) In het hart en aan de rand van zeven voormalige turfwingebieden in Altweerterheide hebben leden van de Dorpsraad en de Avond4Daagse diverse turfhopen gestapeld. De met de hand gestoken turfhoopjes fungeren als kleine voetnootjes in het landschap.

Vaak zit het verhaal van ons landschap in de dingen die we achteloos passeren zonder ze op te merken. De turfstapels vertellen het verhaal van veen en zand; Van de armoede en de brandstof voor eigen gebruik. Maar ze verwijzen ook naar het elan en de ondernemingsgeest waarmee de moerassen en natte heidegebieden in het begin van de vorige eeuw ontgonnen zijn.

Lang voor de grote ontginningen van de 20ste eeuw werd hier in de talloze peelvennen en broekgebieden al turf gewonnen. Veen, in gedroogde vorm turf, is vanouds een van de bekendste brandstoffen. Voor de huishoudens, maar ook voor de nijverheid: de ovens, smederijen, brouwerijen en stokerijen. Op die ontginning van deze ‘energievelden’ kwamen altijd mensen af. Deels omdat turfsteken en baggeren seizoenswerk was: van april tot half juli werd gestoken, na die tijd moest de natte turf drogen. Deels ook omdat men door de ontginning van een ‘baandj’ uiteindelijk ook in het bezit kon komen van een klein stukje grond om te boeren.

Om het verhaal van de hand van de mens in het landschap nieuw leven in te blazen is de turf in zeven voormalige veengebieden op kleine stapels te drogen gezet. Niet alleen bij het Kerkebrökske in de Spekkepeel, maar ook in de schaduw van een monumentale eik aan de rand van het Wijffelterbroek.

Verder aan het ‘Kwoaj Gaat’ bij de Pruiskesweg en aan de Vetpeel. Dat is een echte zichtlocatie. Een verhaal apart is de turf op de Kettingdijk bij de Kettinghoeve. Hier vertellen de huidige bewoners nu nog het verhaal hoe een schuur met turf tot de grond toe afbrandde na een blikseminslag. Uiteraard staat er ook een stapel in de buurt van Crossmoor, ook ooit een heel rijk turfgebied, net als de voormalige Kalverpeel bij de Hollandia-ontginning aan de Diesterbaan.

Bekijk een bijdrage van Gert van Elk.

[nggallery id=’7060′]