Veel doe-activiteiten bij ridderkampement aan de Biest

Tijdens de klassendag van de Open Monumentendag vrijdag 10 september konden de kinderen van de basisscholen Aan de Bron, Montessorischool en Joannes Tungelroy zelf ervaren hoe het is om ridder te zijn en wat er allemaal in een middeleeuws kampement gebeurt.

De zelfgemaakte pannenkoekjes op brandend hout vonden gretig aftrek. Ook klonk er regelmatig gejuich op als een pijl uit de kruisboog of houten boog doel trof. Verder moedigden de kinderen de ridders in harnas fanatiek aan tijdens het spannende zwaardgevecht. Na een uur rondstruinen, gingen de kinderen boordevol nieuwe middeleeuwse ervaringen weer naar school. 

Uit handen van gedeputeerde Geert Gabriëls en wethouder Paul Sterk kregen de kinderen van basisschool Joannes Tungelroy het prachtig vormgegeven programmaboek van de Open Monumentendag overhandigd. Gedeputeerde Geert Gabriëls benadrukte hoe belangrijk het is dat erfgoed wordt bewaard. Hierdoor blijf de geschiedenis levendig, ook voor de jeugd.

‘Lieden van Rin ende Maes’ is een groep huurlingen die leven in het gebied tussen Rijn en Maas. Speciaal voor de Open Monumentendag hebben zij hun tentenkamp opgeslagen in Weert bij de Paterskerk. Dat is een middeleeuws stukje Weert, namelijk de Aldenborgh, de oudste vesting van de heren van Horne in Weert. Daar brengen de ridders en ambachtslieden van ‘Rin ende Maes’ de tijd van de graven tot leven met allerlei leerzame activiteiten zoals: een smederij, middeleeuws koken, boogschieten en harnassen passen.

De mensen van Rin ende Maes zijn speciaal ingesteld op educatie. Ze vertellen niet alleen over het leven in de middeleeuwen, maar laten het ook zien en nodigen jong en oud uit het zelf te ervaren. 

In het gratis te verkrijgen programmaboek worden de vele te bezoeken monumenten en excursies in de gemeenten Weert en het Belgische Bocholt op zaterdag 11 en zondag 12 september uitvoerig beschreven.

Kijk voor meer informatie op: https://www.weert.nl/openmonumentendag


Een bijdrage van Arjanne van Voorst (tekst) en Theo Van de Winkel (foto’s)