Overproductie kippenmest

Het Openbaar Ministerie (OM) eist vandaag op een themazitting over mestfraude in de rechtbank in Den Bosch dat zes pluimveehouders in totaal 865.516 euro ontneming betalen aan de staat. Twee van de betrokken pluimveehouders komen uit Weert.

Volgens het OM hebben de pluimveehouders dat verdiend door opzettelijk meer kippen te houden en mest te produceren dan dat zij mochten. Ook eist het OM werkstraffen en voorwaardelijke straffen tegen de pluimveehouders zelf. Tegen hun bedrijven eist het OM boetes tot 75.000 euro. “Het is dus belangrijk dat vanuit de overheid streng wordt opgetreden” zei de officier op zitting: “Europa verwacht het, de concurrenten verwachten het en het is nodig om de natuur gezond en het land leefbaar te houden.”

Mestoverschot

In Nederland hebben we een mestoverschot. In Europa mag ieder land een bepaalde hoeveelheid mest produceren. Om dat te reguleren is er een systeem bedacht waarin boeren rechten moeten kopen of ‘leasen’ om een bepaald aantal dieren te mogen houden. Daar zijn kosten aan verbonden. Het systeem kent een plafond; op enig moment is er in Nederland een maximaal aantal dierrechten aanwezig, waarmee wordt op landelijk niveau de maximale hoeveelheid varkens en pluimvee in Nederland wordt geregeld. Door middel van dit systeem wordt in de kern uiteindelijk dus bepaald hoeveel mest de Nederlandse veestapel produceert. Die mest moet vervolgens verantwoord in binnen- en buitenland worden afgezet.

Meer kippen houden is misdrijf

Uit onderzoek door de NVWA blijkt dat deze zes pluimveehouders honderden tot duizenden kippen meer hielden dan dat zij rechten voor betaalden. De wet ziet dat als misdrijf. “Het dierrechtensysteem dient het belang van milieu- en volksgezondheid. Dieren belasten het milieu door uitstoot van stikstof, fosfaat, ammoniak en overige broeikasgassen. Daarnaast produceren ze fijnstof en geur. Die milieubelasting is heel erg hoog, zeker in de concentratiegebieden waar de meeste van onze zaken spelen. In die gebieden hebben relatief veel mensen last van longproblemen, lijdt de natuur en de grondwaterkwaliteit en wonen erg veel mensen in stank” zei de officier van justitie op zitting.

‘Misdrijf plegen om hoofd boven water te houden’

“Dierrechten zijn voor een bedrijf vaak een kostbare aangelegenheid” vervolgde de officier van justitie: “Dat betekent helaas ook, dat bedrijven die in zwaar weer terecht komen, al snel gaan kijken naar hun dierrechten. Die rechten kunnen worden verkocht voor veel geld, of de lease kan even worden uitgesteld. Dat geeft tijdelijk extra lucht. Helaas blijkt die tijdelijke oplossing vaak niet afdoende om een bedrijf duurzaam overeind te houden.”

Toch moet ondanks deze achtergrond van boeren die het moeilijk hebben, streng opgetreden worden tegen overtredingen met de dierrechten, betoogde de officier op zitting: “Het systeem en het plafond voor mest is er niet voor niets. Het voert Europees recht uit en Europa houdt ons niet voor niets scherp in de gaten. Als land produceren wij namelijk veel meer mest dan is afgesproken met Europa en dit kan ons heel wel de derogatie gaan kosten. Dat zou tot grote economische schade leiden en tot gedwongen sanering van veel bedrijven. Veel méér bedrijven dan er nu al sneuvelen door de tucht van de markt.” Verder moet worden bedacht dat de concurrent die haar zaken wel op orde heeft, de hoge prijs voor de dierrechten wel heeft betaald: “Toestaan dat andere bedrijven er gemakkelijk vanaf komen als ze die rechten niet of onvoldoende hebben, werkt gelet op de hoge prijs van de rechten sterk concurrentievervalsend.”

Geëiste straffen

Het OM eist tegen twee pluimveehouders uit de gemeente Weert werkstraffen van respectievelijk 240 uur en 120 uur – waarvan 60 uur voorwaardelijk. Daarnaast eist de officier voorwaardelijke gevangenisstraffen van zes en twee maanden met een proeftijd van twee jaar. “Dit als stok achter de deur opdat ze niet weer de fout in gaan”. Daarnaast moeten zij als het aan het OM ligt het crimineel verdiende vermogen van in totaal 349.729 euro en 164.500 euro betalen aan de staat.

Een pluimveehouder uit IJsselsteyn hoorde een voorwaardelijke werkstraf van 120 uur tegen zich eisen. De onderneming moet als het aan het OM ligt een boete betalen van 75.000 euro – waarvan de helft voorwaardelijk- en nog eens een ontneming van 295.685 euro.

Tegen een pluimveehouder uit de gemeente Reusel-De Mierden eist het OM een werkstraf van 180 waarvan 60 uur voorwaardelijk. Het OM eist daarnaast dat het bedrijf 189.200 euro betaalt als ontneming van het crimineel behaalde voordeel en daarnaast een boete van 50.000 euro waarvan 25.000 euro voorwaardelijk.

Twee andere pluimveehouders uit de gemeente Leudal en Hilvarenbeek hoorden respectievelijk 80 uur werkstraf – waarvan de helft voorwaardelijk- en een geldboete van 15.000 euro –waarvan 10.000 voorwaardelijk- tegen zich eisen. Het OM eist dat hun bedrijven 15.602 euro en 40.000 euro betalen als ontneming. De rechtbank doet over twee weken uitspraak.