Veroordeling moord blijft in stand

De Hoge Raad, de hoogste rechtsprekende instantie in Nederland, heeft gisteren uitspraak gedaan over een veroordeling van de dader die op 10 januari 2013 een man heeft dood geschoten in een JongerenOntmoetingsPlaats (JOP) in de wijk Graswinkel in Weert. Er was bezwaar gemaakt tegen de veroordeling van de verdachte.

In navolging van de rechtbank, heeft het gerechtshof de verdachte ondanks het intrekken van zijn bekennende verklaring toch veroordeeld voor doodslag op het slachtoffer, gevolgd door diefstal van het geld. Het hof legde een gevangenisstraf van vijftien jaar op. De verdachte stelde beroep in cassatie in.

Cassatie

In cassatie werd onder meer geklaagd dat het gerechtshof onvoldoende heeft onderbouwd waarom hij het verweer van de verdediging dat de bekennende verklaringen van de verdachte vanwege hun onbetrouwbaarheid niet gebruikt zouden mogen worden, terzijde heeft gesteld. Verwezen werd naar een deskundigenrapport van een rechtspsycholoog waarin twijfels over de betrouwbaarheid van de bekennende verklaring worden geuit. Het hof zou volgens de verdediging van dat rapport onvoldoende gemotiveerd zijn afgeweken.

De advocaten-generaal (AG) bracht een advies uit. En in zijn conclusie ging hij onder andere in op de verhouding tussen de rechter en de deskundige: waar het gaat om de betrouwbaarheid van het bewijsmateriaal heeft de rechter het laatste woord. In cassatie kan niet opnieuw worden beoordeeld of bewijsmateriaal betrouwbaar is, maar alleen worden onderzocht of de waardering van het bewijs door de rechter begrijpelijk is en voldoende is gemotiveerd. De AG is van mening dat het oordeel van het gerechtshof niet onjuist is en, ook in het licht van het gevoerde verweer, voldoende is gemotiveerd. Hij adviseert de Hoge Raad dan ook de veroordeling in stand te laten. De Hoge Raad deed dat gisteren dus ook. Het hof legde een gevangenisstraf van vijftien jaar op.