Grapperhaus beantwoordt vragen over Arabische lessen politie Weert

PVV-Kamerleden Helder en Wilders hebben in december 2020 vragen gesteld aan minister Grapperhaus over de Arabische lessen die agenten van het basisteam politie Weert hebben gevolgd. De Minister van Justitie en Veiligheid kwam vrijdag met antwoordbrief om verantwoording af te leggen aan de Tweede Kamerleden.

De PVV was van mening dat de voertaal hier Nederlands is en de politie dan ook Nederlands dient te spreken met burgers. Ze vinden de lessen over de Arabische taal en cultuur bij de politie Weert de omgekeerde wereld. Tevens vroegen de PVV-Kamerleden zich af waarom de kostbare tijd van politieagenten wordt besteed aan het volgen van taal- en cultuurlessen in plaats van die tijd te besteden aan het handhaven van de openbare orde en het opsporen van strafbare feiten?

De minster deelt de mening van de PVV niet. In de antwoordbrief schreef hij het volgende: De politie kan haar taak alleen goed en effectief uitoefenen als zij in verbinding staat met de samenleving. Iedere politiemedewerker krijgt door middel van de basispolitieopleiding hiervoor een brede basis mee.

Vervolgens kunnen basisteams ervoor kiezen medewerkers verder te professionaliseren al naar gelang de samenstelling van het betreffende verzorgingsgebied. Gezien de samenstelling van het verzorgingsgebied van het basisteam Weert, met destijds twee AZC’s (Baexem en Weert), was er in dit team behoefte aan basiskennis van het Arabisch en de Arabische cultuur. De cursus werd in het voorjaar van 2018 gevolgd door politiemedewerkers die vanuit hun rol veel op de AZC’s kwamen, waaronder wijkagenten.

Deze cursus vond plaats in de vrije tijd van de medewerkers en werd betaald uit de versterkingsgelden GGP. Inmiddels is één van de twee AZC’s gesloten en wordt de betreffende cursus niet meer gevolgd, aldus Grapperhaus.

Lees de antwoordbrief van de minister (PDF): https://iwdg.nl/3p9Ip93