RICK verbindt harmonie- en fanfareorkesten

RICK heeft van oudsher een sterke band met de harmonie- en fanfareorkesten in Weert en omstreken. “Wij leiden de muzikanten op en ontzorgen de muziekverenigingen”, vertelt Rita Scheffers HaFa-coördinator van RICK. In een tweegesprek geven zij en oud-HaFa-coördinator Wiel Vervoort een inkijkje in hoe dat door de jaren heen veranderde.

Ontstaan

In 1983 kwam Wiel Vervoort in dienst van de Streekmuziekschool Weert, een van de voorlopers van RICK. Wiel gaf daar klarinet- en saxofoonles. Al snel kreeg hij de staffunctie HaFa-coördinator erbij waarbij hij als contactpersoon fungeerde voor de harmonieën, fanfares en schutterijen in de regio. Hij heeft dat tot 2008 gedaan. “Tijdens de hoogtijdagen waren er wel vijftig muziekverenigingen in de regio. Steeds meer gemeenten sloten zich bij ons aan. Zoals Someren, Asten en Deurne”, zegt Wiel. Van 2008 tot 2012 was de huidige directeur van RICK Frank Rademakers HaFa-coördinator. Dat was een moeilijke tijd, doordat gemeenten sterk op kunst en cultuur bezuinigden. Gemeenten haakten af, gaven geen subsidie op onder andere muziekles meer en het aantal muziekleerlingen nam af. In 2012 nam Rita Scheffers het stokje van Frank Rademakers over. “Ik zie het werkgebied weer licht groeien. Momenteel ontzorgt RICK zo’n twintig orkesten uit de gemeenten Heeze-Leende, Weert en Nederweert.”

Directeur Toon Janssen

De basis voor de sterke band van RICK met de muziekverenigingen legde Toon Janssen, de toenmalige directeur van de muziekschool. Hij was van oorsprong een HaFa-man en zette een opleidingssysteem voor muziekverenigingen op. “Voorheen leidden de orkesten hun eigen muzikanten op. Nieuwe leden werden bij een goede muzikant gezet en van die kreeg je dan les. Dus niet van een professionele muziekdocent.” Toon Janssen bracht daar verandering in met de vakdocent muziek. Hij werd hierin gesteund door de gemeenten en de provincie, die met subsidies het muziek maken steeds meer stimuleerden. Wel stelden zij daarbij bepaalde kwaliteitseisen en op landelijk niveau kwam er een Inspectie Kunstzinnige Vorming. Jaarlijks bezocht een inspecteur de muziekscholen en beoordeelde of de muzieklessen aan de gestelde eisen voldeden. In het HaFa-raamleerplan stond en staat nog steeds precies wat leerlingen moeten kunnen bij hun A, B, C of D-diploma. Denk aan ritmes, prima vista (zonder oefenen meteen bladmuziek spelen, red.) en melodieën. In 1984/1985 werd de Streekmuziekschool Weert door het rijk erkend om examens af te nemen.

Breedterichting

Er wordt nog steeds met het HaFa-raamleerplan gewerkt. Alleen zijn de eisen door de jaren heen wel aangepast. “Belangrijk is dat we hebben ingezet op de breedterichting”, vertelt Rita Scheffers. Dit betekent dat leerlingen kunnen aangeven of ze wel of geen examen willen doen. “We kijken naar de behoefte van de muzikanten. Wil hij of zij liever jazz- of popnummers spelen, dan kan dat. Plezier in muziek maken, staat hierbij voorop.” Om het plezier in samenspelen te bevorderen, stimuleert RICK hun leerlingen al na een half jaar individuele les, om in muziekgroepjes te spelen. “Samen muziek maken stimuleert en zorgt voor een soort clubgevoel”, zegt Rita.

Op scholen

RICK verzorgt samen met muziekverenigingen muzieklessen en -projecten op de basisscholen. “Voor muziekverenigingen is het belangrijk dat ze een ingang hebben op de scholen en daar zichtbaar zijn. Immers, daar zitten hun potentiële nieuwe leden”, licht Rita toe.

Instrumenten op maat

Verder is de leeftijd waarop kinderen muziek maken lager geworden. “In mijn tijd begonnen kinderen rond hun negende of tiende jaar met het spelen van een instrument. Nu is dat veel eerder, al vanaf hun zevende”, vertelt Wiel. Rita vult aan: “Dat kan ook, omdat er nu kleinere instrumenten voor handen zijn.” Eerder was er een standaard trompet, saxofoon of hoorn. Met de huidige kunststof instrumenten zijn er verschillende maten en kleuren mogelijk. “Zo kan een kind al op jonge leeftijd op een kleiner instrument spelen. Ze vinden het geweldig om een groene of gele trompet of saxofoon te hebben. En als het instrument een keer valt, is er niks aan de hand. Daar kan het tegen.”

Toekomst

Zowel Wiel als Rita zien dat muziekverenigingen het momenteel lastig hebben. De ledenaantallen lopen terug. “Willen verenigingen overleven, dan zullen ze soms moeten fuseren. Wat overblijft zijn streekorkesten”, denkt Wiel. Rita denkt daarentegen eerder aan een samenwerkingsverband, waardoor er binnen een gemeente één vereniging ontstaat met meerdere orkestgroepjes. “Met ieder z’n eigen niveau en repertoirekeuze. In de orkestgroepen komt iedereen aan z’n trekken.”

En de HaFa-coördinator? “Die blijft ook in de toekomst voor de verbinding zorgen”, roepen Wiel Vervoort en Rita Scheffers in koor.