Politiek debat over warehouses leidt tot motie van wantrouwen

Tijdens de raadsvergadering van dinsdagavond in het stadhuis van Weert stond het rekenkameronderzoek naar de vestiging van twee grote distributiecentra op Kanaalzone II centraal. Dit leidde tot een motie van wantrouwen tegen het college van burgemeester en wethouders.

CDA Weert en DUS Weert dienden de motie in. Volgens deze partijen heeft het college de gemeenteraad niet serieus genomen bij de besluitvorming over het project. PvdA Weert en Fractie Van de Loo steunden de motie. Niet alle partijen steunden de motie. De VVD vond dat ook de gemeenteraad lessen kon trekken. D66 Weert gaf aan dat de informatievoorziening inmiddels is verbeterd. Ook de grootste partij in de gemeenteraad, Weert Lokaal, vond dat er lessen zijn geleerd.

Aanleiding

Het rekenkamerrapport werd in opdracht van de gemeenteraad opgesteld. Aanleiding was de vergunning die in december 2023 werd verleend voor de bouw van twee grote warehouses op het voormalige Philips-terrein (Kanaalzone II). De plannen veroorzaakten veel onrust bij omwonenden. Volgens critici past het project niet bij eerdere plannen voor het gebied, waarin werd gedacht aan recreatie of kleinschalige bedrijven.

Gemeenteraad te weinig geïnformeerd

De Rekenkamer concludeerde dat het gemeentelijk beleid verouderd was en weinig richting gaf. Ook vond de Rekenkamer dat de gemeenteraad te weinig werd geïnformeerd en betrokken bij het proces. Verder bleek dat de plannen juridisch mogelijk waren omdat het bestemmingsplan ruimte bood, ondanks politieke bezwaren.

Wethouder Thomas van Gemert zei namens het college: “We betreuren het als college. We willen het samenspel tussen het college en de gemeenteraad verbeteren en inmiddels zijn er ook al wat zaken verbeterd.” Ook benadrukte hij dat het college de conclusies van het rekenkamerrapport serieus neemt.

Na het debat stemde de raad over de motie van wantrouwen. Elf raadsleden stemden voor, veertien tegen. De motie van wantrouwen werd daarmee verworpen.