Boerderijverkoop valt in de smaak bij consumenten

Productautomaat bij agrarisch bedrijf in Weert

De versheid en smaak van de producten, betrouwbaarheid en transparantie over de herkomst en productie hiervan, en het steunen van de lokale boer of tuinder: dit vormen voor consumenten de belangrijkste redenen om hun inkopen te doen bij een boerderijwinkel of automaat in hun omgeving. Dat blijkt uit het onderzoek dat Stan Breukers, derdejaarsstudent International Business aan Fontys Hogeschool Venlo, in opdracht van de Limburgse Land- en Tuinbouw Bond (LLTB) heeft gedaan.

Het afgelopen halfjaar heeft Breukers de boerderijverkoop in Limburg in kaart gebracht. Doel van het onderzoek was onder meer het achterhalen van manieren waarop boeren en tuinders hun agrarische verkooppunten verder kunnen professionaliseren. Onderdeel was een uitgebreide consumentenenquête, die door bijna 400 personen is ingevuld, zo meldt de LLTB.

Bekendheid

97 procent van de in totaal 391 respondenten geeft aan bekend te zijn met ten minste één boerderijwinkel of automaat. Een meerderheid (69 procent) kent deze agrarische verkooppunten omdat ze er regelmatig langskomen. Respectievelijk 43 en 32 procent is bekend geraakt door familie en vrienden of vanwege een persoonlijke connectie met de agrarische ondernemer.

Slechts 21 procent geeft aan de verkooppunten via social media te kennen. ‘Dit kan verklaard worden doordat deze mensen de boerderijwinkels en automaten al eerder kenden, bijvoorbeeld omdat ze er regelmatig langsrijden’, licht Susanne Görtz, portefeuillehouder bij de LLTB, toe. Volgens de LLTB-bestuurder kan dit ook komen omdat nog niet alle agrarische ondernemers (heel) actief zijn op social media.

‘Uit de 23 kwalitatieve interviews met boeren en tuinders kwam onder meer naar voren dat nog niet alle ondernemers weten op welke manier zij social media het beste kunnen inzetten om hun boerderijwinkel of automaat te promoten. Zij willen hier graag meer over leren, maar hebben niet altijd de tijd om zich hier verder in te verdiepen. Het hebben van een agrarisch bedrijf en een vorm van boerderijverkoop zorgt voor een drukke agenda.’

Waardering

De respondenten is gevraagd waarom zij ervoor kiezen een boerderijwinkel of automaat te bezoeken. Met name de versheid van de producten wordt door deze consumenten gewaardeerd. 88 procent van de bestaande klanten geeft aan dat dit een belangrijke reden is om rechtstreeks bij een boer of tuinder te kopen. ‘Dit blijkt ook uit de productgroepen die het meest via een agrarisch verkooppunt worden gekocht’, vult Görtz aan. ‘Vooral groenten, fruit en eieren zijn populaire producten, vlees en zuivel gaan minder vaak over de toonbank. Dit betreft wel de frequentie waarin de producten worden gekocht, niet de hoeveelheid.’

84 procent wil daarnaast de lokale boer of tuinder ondersteunen door zijn of haar producten te kopen. 38 procent van de consumenten geeft aan altijd naar dezelfde boer of tuinder te gaan.

Een kleine meerderheid (58 procent) wisselt tussen enkele agrarische verkooppunten, bijvoorbeeld omdat het ene verkooppunt niet alle benodigde producten verkoopt. ‘Het overgrote deel van de klanten is dan ook loyaal te noemen aan één of enkele boerderijwinkels en automaten’, stelt de LLTB-bestuurder.

Verder werden de smaak van de producten (66 procent), transparantie (47 procent) en betrouwbaarheid (45 procent) als belangrijkste beweegredenen genoemd om een agrarisch verkooppunt te bezoeken. De bewuste consument vindt het belangrijk te weten waar de producten vandaan komen en hoe deze worden geproduceerd.

Gemak

Tegenover de bewuste consument staat de klant die vooral uit is op gemak en zijn keuze in verkooppunt laat afhangen van beschikbare tijd en bereikbaarheid. Met name de afstand naar de winkel wordt door zowel bestaande (22 procent) als potentiële klanten (35 procent) ervaren als een obstakel. 92 procent van de klanten reist niet verder dan 10 kilometer voor een bezoek aan een boer of tuinder. 72 procent blijft binnen 5 kilometer en 28 procent gaat zelfs niet verder dan 2 kilometer. ‘Dit kan mede worden verklaard omdat er binnen die straal al een of meerdere (agrarische) verkooppunten te vinden zijn, waardoor de consument niet verder hoeft te reizen’, legt Görtz uit. Uit cijfers van het CBS blijkt dat er in Limburg 586 agrarische bedrijven zijn die rechtstreeks aan de consument verkopen.

Ook tijd is een belangrijke factor

31 procent van de respondenten die één keer of minder per maand een agrarisch verkooppunt bezoeken, geeft aan geen tijd te hebben om meerdere verkooppunten te bezoeken. Het assortiment speelt daarbij een reden om al dan niet voor een boerderijwinkel te kiezen, boven bijvoorbeeld een supermarkt. Voor 19 procent van de potentiële klanten is het relatief beperkte assortiment bij boerderijverkoop een reden om toch voor een ander verkooppunt te kiezen.

‘Opvallend is dat prijs niet genoemd wordt als beweegreden in de keuze voor een boerderijwinkel of automaat, een supermarkt of een ander verkooppunt’, besluit Görtz. Of dit komt omdat de prijsverschillen verwaarloosbaar zijn of omdat prijs ondergeschikt is aan zaken als versheid, betrouwbaarheid en gemak, is niet onderzocht.