Honderden oranje hesjes op de fiets door Weert

Hand uitsteken, naar links en rechts kijken, het verkeer in de gaten houden en de bordjes van de route volgen. Honderden basisschoolkinderen fietsen donderdag met oranje hesjes en rugnummers door Weert. Zij deden mee met het jaarlijkse fietsexamen van Veilig Verkeer Nederland (VVN).

Op de parkeerplaats achter sporthal Aan de Bron stelden de kinderen zich met hun fiets op in lange rijen. Eerst wordt de fiets grondig geïnspecteerd door vrijwilligers van VVN. Zit er een rode reflector achterop, reflectoren op de pedalen, doet het voor- en achterlicht het. “Ai, de banden zijn aan de zachte kant”, merkt een vrijwilliger op. “Zorg dat de banden zijn opgepompt, dat fietst zoveel makkelijker.” De jongen legt uit dat zijn moeder dat meestal doet, maar het nu is vergeten. De vrijwilliger wrijft over zijn hart en keurt de fiets alsnog goed.

Ondertussen zwaait Wethouder Martijn van den Heuvel de eerste fietser uit. Hij geeft de jongen een boks. “Succes en fiets voorzichtig”. Staand op z’n pedalen maakt de jongen vaart richting de eerste rotonde. “Ter voorbereiding hebben we in de klas naar een filmpje gekeken”, vertelt leerkracht Sander van basisschool Aan de Bron. “Vervolgens konden de ouders de route fietsen met hun kind(eren) fietsen om te oefenen.” De meeste ouders hebben dat gedaan. “We hebben het rondje wel drie keer geoefend”, zegt een meisje. “Wij ook, wij ook”, klinkt het verderop in de rij.

VVN-vrijwilligers hebben de route van ongeveer 3 kilometer uitgezet. Speciale bordjes geven de richting aan. “Wij fietsen de route ook zelf altijd even”, legt Leo Kwaspen, coördinator VVN afdeling Weert, uit. “Op één plek was het niet duidelijk en hebben we twee bordjes opgehangen.” Leo Kwaspen is blij dat er weer een fietsexamen is. “Door corona is die twee jaar niet doorgegaan. Het is belangrijk dat de kinderen leren om zich veilig in het verkeer te bewegen.” Vandaag doen er leerlingen van groepen 7 en/of 8 van 15 basisscholen mee aan het examen.

Onderweg zijn meerdere controleposten, waar ouders en vrijwilligers kijken hoe de kinderen het ervan afbrengen. Of ze zich goed aan de regels houden. “Prachtig die gespannen kopjes. Ze durven ons bijna niet aan te kijken”, lacht een vrijwilliger. “Kijk, deze jongen steekt goed zijn hand uit en kijkt voordat hij oversteekt. Prima.” Op het formulier zet hij een vinkje achter het rugnummer van de jongen. Bij een andere controlepost stapt een meisje netjes af om op de rotonde een rolstoeler voor te laten gaan. “Mooi hoe het meisje oog heeft voor andere weggebruikers.”

Eenmaal terug bij het beginpunt, valt er een last van de schouders van de kinderen. De lach zie je doorbreken. “Ik ben zeker geslaagd. Het ging zo goed.”


Een bijdrage van Arjanne van Voorst