60-minners krijgen voorlopig geen prik meer van AstraZeneca

Mensen onder de 60 jaar ontvangen voorlopig geen vaccin meer van AstraZeneca. Mensen vanaf 60 jaar, geboren in 1960 of eerder kunnen wel veilig deze prik krijgen, aldus de Rijksoverheid.

Minister Hugo de Jonge (VWS) volgt hiermee het advies van de Gezondheidsraad. Die stelt dat het risico op gezondheidsschade als gevolg van COVID-19 bij 60-plussers vele malen groter is dan het risico op de zeer zeldzame gemelde bijwerking van ernstige trombose met een laag aantal bloedplaatjes. Ook worden de bijwerkingen tot op heden vooral gezien bij mensen onder de 60 jaar. Vorige week vrijdagmiddag legde de minister het vaccineren met AstraZeneca van mensen onder de 60 jaar uit voorzorg al stil, boven de 60 jaar ging het prikken door.

Het ministerie van VWS is de Gezondheidsraad erkentelijk voor het spoedadvies, waarbij ook trombosespecialisten en specialisten op het gebied van medicijnbijwerkingen betrokken zijn. De Gezondheidsraad adviseert het AstraZeneca-vaccin in te blijven zetten bij mensen van 60 jaar en ouder en mensen onder de 60 jaar voorlopig een ander vaccin aan te bieden.

De Gezondheidsraad adviseert ook dat wie al een eerste keer geprikt is met AstraZeneca zoals gepland de tweede prik kan halen. Wereldwijd is geen enkel geval gemeld van ernstige bijwerkingen na een tweede prik met AstraZeneca. De gemelde zeer zeldzame bijwerkingen doen zich binnen twee weken na de eerste prik al voor.

Tot aan de zomer worden grote leveringen van de vaccins van BioNTech/Pfizer (bijna 8 miljoen doses) en Janssen (3 miljoen doses) verwacht. GGD’en, huisartsen en ziekenhuizen beschikken vanaf mei over voldoende (piek)capaciteit om 2,5 miljoen prikken per week te kunnen zetten. Het tempo van prikken wordt bepaald door de leveringen.

Ander vaccin voor aantal groepen

Voor een aantal groepen betekent het advies van de Gezondheidsraad dat zij met een ander vaccin geprikt zullen worden. Komende week wordt door het RIVM per groep bezien hoe we deze aanpassing kunnen doorvoeren. Het gaat om daarbij de volgende groepen:

  • De huisartsen vaccineren nu ook mensen uit de hoogrisicogroepen, namelijk de mensen met het syndroom van Down, morbide obesitas (BMI>40), en de niet mobiele mensen met neurologische aandoeningen met aangetaste ademhaling, zoals ALS en Duchenne.
  • Een grote groep zorgmedewerkers en zorgverleners in de langdurige zorg heeft de afgelopen weken de mogelijkheid gehad om een afspraak te maken bij de GGD.
  • Afgelopen weken zijn ook de ziekenhuizen beleverd met 39.500 vaccins voor het zorgpersoneel in de directe COVID-19 zorg. Ziekenhuizen hebben een deel van deze vaccins al toegediend. Waar dat nog niet gebeurd is, wordt met de ziekenhuizen bezien hoeveel vaccins nog nodig zijn voor deze groep jonger dan 60 jaar.
  • De intramurale ggz is bezig met vaccineren van medewerkers en cliënten. Voor mensen jonger dan 60 jaar zal een ander vaccin worden ingezet.

Het EMA meldde gisteren dat de voordelen van AstraZeneca onverminderd opwegen tegen de risico’s. De mogelijke gezondheidsschade door COVID 19 is veel groter bij 60-plussers dan eventuele schade door AstraZeneca. Duitsland, Italië en Spanje hebben ook besloten te blijven prikken met AstraZeneca bij mensen vanaf 60 jaar.