Bestuursleden adviesbureau Heythuysen veroordeeld vanwege mestfraude

Heythuysen – De rechtbank Oost-Brabant houdt een agrarisch adviesbureau uit Heythuysen en haar vier bestuursleden verantwoordelijk voor grootschalige mestfraude.

Drie bestuursleden krijgen een celstraf van 18 maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk, en het andere bestuurslid krijgt de maximale taakstraf van 240 uur en een voorwaardelijke celstraf van drie maanden. Ze mogen bovendien drie jaar lang geen beroep in de agrarische advisering uitoefenen.

Het bedrijf krijgt een geldboete van 400.000 euro, waarvan 200.000 euro voorwaardelijk. De rechtbank legt ook taakstraffen en geldboetes op aan een aantal agrariërs en hun bedrijven voor betrokkenheid bij mestfraude.

Met de klant ‘meedenken’

Het Limburgse bedrijf gaf advies aan agrarische ondernemers op het gebied van onder meer mestwetgeving. Ze boden ondersteuning bij vergunning- of subsidieaanvragen, het voeren van een mestboekhouding en het nakomen van administratieve verplichtingen. Echter, naast deze legale activiteiten creëerde het adviesbureau in de loop van vele jaren een bedrijfscultuur waarbinnen zij met de klant meedachten over situaties die in strijd waren met wet- en regelgeving. De ondersteuning is daarbij vaak niet zozeer gericht op naleving van die wet- en regelgeving, maar op het realiseren van de wensen van de klant, zo oordeelt de rechtbank. Er bestond weinig belemmering om controlerend ambtenaren of instanties op het verkeerde been te zetten.

Vervalsing

Zo werden in 2017, 2018 en 2019 diverse documenten vervalst en gebruikt. Op de bouwtekening van een silo werd bijvoorbeeld een andere inhoudsmaat vermeld, zodat een mogelijk langdurig en kostbaar vergunningstraject werd omzeild. Voor een andere klant werden cijfers over niet geleverde en daadwerkelijk geproduceerde melk vervalst om meer fosfaatrechten te krijgen. En bij weer twee andere klanten werden naar de dienst Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) meer percelen opgegeven dan daadwerkelijk bij het bedrijf in gebruik waren, zodat er meer gebruiksruimte was voor dierlijke mest, stikstof en fosfaat.

Criminele organisatie

Naast het vervalsen van de documenten vormde het adviesbureau samen met haar vier bestuurders – mannen uit Heythuysen (59), Melick (55), Meijel en Neer (55) – een criminele organisatie. Zij hanteerden een werkwijze waarbij de grenzen van de wet werden opgezocht en zelfs werden overschreden op het moment dat de situatie van de klant dat volgens de bestuurders verlangde. Met het vervalsen van diverse documenten en het gebruiken van die vervalsingen werd wat krom was, recht getrokken en werden klanten (financieel) bevoordeeld. 

Met deze werkwijze tastte het adviesbureau de integriteit van het systeem van regulering en toezicht doelbewust aan, op alle aspecten van de meststoffenwetgeving. Het bedrijf hield geen rekening met de schade die aan het milieu en volks- en diergezondheid kan ontstaan door het niet-naleven van de meststoffenwetgeving. Daarnaast schond zij op ernstige wijze het vertrouwen dat controlerende (overheids)instanties moeten kunnen hebben in het werk van professionele partijen, die een essentiële schakel vormen tussen agrariërs en de overheid.

Vrijspraak deel verwijten​

De rechtbank legt de drie bestuurders met de grootste rollen een onvoorwaardelijke celstraf op. Die straffen vallen lager uit dan de officier van justitie eiste. Dit heeft ermee te maken dat uit het strafdossier niet blijkt dat alle bestuurders op de hoogte en uitvoerend betrokken waren van alle gevallen van valsheid in geschift, die door de officier van justitie zijn tenlastegelegd. Daarbij neemt de rechtbank onder meer mee dat de bestuurders waren verdeeld over twee afdelingen, de zogenaamde poten, van het bedrijf. Die poten stonden los van elkaar. Ook hadden zij ieder hun eigen expertise en gaven zij leiding aan hun eigen werknemers. 

De rechtbank veroordeelt de vierde bestuurder tot een voorwaardelijke celstraf en een maximale taakstraf, omdat hij een aanzienlijk kleinere rol had in het geheel.

Agrariërs

In deze strafzaak bracht het Openbaar Ministerie ook een aantal agrariërs en hun bedrijven voor de rechter. In de Gecombineerde Data Inwinning van broers uit Helmond (59) en Lierop (62) werden meer percelen opgenomen dan zij in werkelijkheid in gebruik hadden. Het betrof percelen die in eigendom waren van anderen, terwijl buiten hun medeweten hun perceel door de broers was opgegeven. De 59-jarige verdachte  krijgt een taakstraf van 80 uur, waarvan 40 uur voorwaardelijk, en een geldboete van 15.000 euro, waarvan 5.000 euro voorwaardelijk. Zijn broer krijgt een taakstraf van 180 uur, waarvan 60 uur voorwaardelijk, en een geldboete van 25.000 euro, waarvan de helft voorwaardelijk.

Een 59-jarige man uit Susteren vervalste cijfers over niet geleverde en daadwerkelijk geproduceerde melk. Zo wilde hij meer fosfaatrechten krijgen dan waar hij recht op had. De rechtbank legt hem een taakstraf op van 120 uur, waarvan 40 uur voorwaardelijk, en zijn bedrijf krijgt een geldboete van 20.000 euro, waarvan de helft voorwaardelijk. Een 57-jarige man uit Esbeek krijgt een geldboete van 2.500 euro voor het vervalsen van gegevens over zijn stallen. 

De rechtbank legt ook een 48-jarige man uit Ysselsteyn een geldboete op van 2.500 euro. Hij liet op een bouwtekening van een silo een afwijkende inhoudsmaat vermelden om zo een langdurig vergunningstraject te voorkomen. De 58-jarige eigenaar van het bedrijf dat de mestsilo zou bouwen krijgt voor zijn aandeel een geldboete van 1.000 euro en zijn bedrijf krijgt een geldboete van 1.500 euro.